proesten werkw. Uitspraak: [ 'prustə(n) ] Afbreekpatroon: proes·ten Vervoegingen: proestte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geproest (volt.deelw.) met een krachtige, onwillekeurige beweging water, slijm of snot uitstoten Voorbeelden: 'Ze klampte zich proestend vast aan een reddingskayak.' , 'De tram zal vol hoestende en proestende... Gevonden op https://woorden.org/woord/proesten
met kracht de lucht door je neus naar buiten stoten vb: plotseling moest ik proesten Synoniem: niezen in lachen uitbarsten vb: de kinderen proesten om die grappige clown Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/