corrigeren werkw. Uitspraak: [ kɔriˈʒerə(n) ] Afbreekpatroon: cor·ri·ge·ren Vervoegingen: corrigeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecorrigeerd (volt.deelw.) kijken of er iets fout of verkeerd is en verbeteren Voorbeelden: 'een tekst corrigeren' , 'je lichaamshouding corrigeren' , 'Als ik iets verkeerd doe, corrigeer je m...
1) Verbeterd 2) Een fout verbeteren 3) Repareren 4) Verbeteren 5) Renoveren 6) Nazien 7) Vervelend doen 8) Nakijken 9) Amenderen 10) Verbeter 11) Op iemand boos worden 12) Berispen 13) Goedmaken 14) Beteren 15) Bijwerken 16) Rectificeren 17) Juist maken 18) Herzien 19) Herstellen 20) Tekst verbeteren 
verbeteren
verbeteren (toon de herkomst via de etymologiebank)
Het doorvoeren van wijzigingen in opmaak en/of teksten. 
weer in orde brengen vb: hij corrigeerde de fouten in de brief Synoniem: verbeteren
•iets ontdoen van fouten of fouten aanduiden.
verbeteren
Corrigeren is verbeteren. [basiswoordenlijst groep 5]