fêteren werkw. Uitspraak: [ fɛ'terə(n) ] Afbreekpatroon: fê·te·ren Vervoegingen: fêteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gefêteerd (volt.deelw.) uiterst plezierig behandelen Voorbeeld: 'je laten fêteren door iemand die wat van je wil' fêteren op (trakteren op) 'je relaties fêteren op een uitgebreid diner' Synoniemen: fe... Gevonden op https://woorden.org/woord/fêteren
feestelijk onthalen, trakteren WOORDFEIT: Wie ooit wat Frans heeft geleerd, herkent in fêteren waarschijnlijk wel het Franse woord voor ‘feest’: fête . Fêteren komt van het Franse werkwoord fêter. Het is in de negentiende vanuit het Frans in het Nederlands terechtgekomen. Fêteren is niet zozeer het feesten of feestvieren zelf, als wel ‘f... Gevonden op https://onzetaal.nl/schatkamer/lezen/woorden/woordenschat/feteren