lanceren werkw. Uitspraak: [ lɑnˈserə(n) ] Afbreekpatroon: lan·ce·ren Vervoegingen: lanceerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gelanceerd (volt.deelw.) 1) (een raket) de lucht in schieten Voorbeeld: 'Het ruimteveer wordt om 10.00 uur plaatselijke tijd gelanceerd.' 2) (iets nieuws) aan het publiek bekendmaken... Gevonden op https://woorden.org/woord/lanceren
afschieten, de lucht in laten gaan vb: de raket werd om drie uur gelanceerd naar voren brengen vb: het plan werd gelanceerd door de voorzitter Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/