de patjepeeër zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'pɑtjəpejər ] Afbreekpatroon: pat·je·pee·er Verbuigingen: patjepeeërs (meerv.) opschepper die in kleding en gedrag wil laten zien dat hij veel geld heeft Voorbeeld: 'De vastgoedsector staat bol van de patjepeeërs.' Synoniemen: : patser, parvenu Gevonden op https://woorden.org/woord/patjepeeër
onbeschaafde persoon, die vaak wel geld heeft; patser WOORDFEIT: Marc De Coster omschrijft patjepeeër in zijn Groot Scheldwoordenboek (2007) als: “proleet [= onbeschaafd persoon] die zich in de beau monde ophoudt maar door de elite wordt afgewezen wegens gebrek aan beschaving”. Een patjepeeër was oorspronkelijk iemand die weliswaar veel geld ... Gevonden op https://onzetaal.nl/schatkamer/lezen/woorden/woordenschat/patjepeeer