
aaneenvoegen, aaneenbrengen, aaneensluiten. - Voorbeeld: ‘
Ze luisterden met aandacht naar de mate van 't lied en onder 't dansen werd er zeldzaam een woordeken in de oor gevezeld. 't Was een luid gesleep en geronk, een dooreenmierelen van aaneengekliste koppels’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.