
aanleunen werkw. Uitspraak: [ 'anlønə(n) ] Afbreekpatroon: aan·leu·nen Vervoegingen: leunde aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangeleund (volt.deelw.)
1) tegen iets of iemand leunen Voorbeeld: 'dicht tegen je liefje aanleunen'
2) aansluiten bij (iets) Voorbeelden: 'een dieet dat het beste aanleunt tege...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanleunen

1) Rusten tegen 2) Zich iets laten welgevallen 3) Steunen op
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanleunen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.