aanmerken werkw. Uitspraak: [ 'anmɛrkə(n) ] Afbreekpatroon: aan·mer·ken Vervoegingen: merkte aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangemerkt (volt.deelw.) kritiek hebben op iets of iemand Voorbeelden: 'Op haar valt niets aan te merken.' , 'altijd iets aan te merken hebben' Synoniemen: afkeuren beschouwen Gevonden op https://www.woorden.org/woord/aanmerken