
aanplanten werkw. Uitspraak: [ 'anplɑntə(n) ] Afbreekpatroon: aan·plan·ten Vervoegingen: plantte aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangeplant (volt.deelw.)
(gewassen) in de grond zetten om te laten groeien Voorbeeld: 'jonge bomen aanplanten in een bos' Synoniemen: aankweken fokken genereren kweken opkweken planten procreëren...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanplanten

1) Voortbrengen 2) Kweken 3) Aankweken 4) Genereren 5) Telen 6) Verbouwen 7) Opkweken 8) Nieuw gewas poten 9) Fokken 10) Nieuwe gewassen planten 11) Tuinierswerk 12) Nieuwe gewassen poten 13) Procreëren
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanplanten/1

Aanplanten is nieuwe gewassen (bomen of struiken) planten.
[basiswoordenlijst groep 4]Gevonden op
https://wikikids.nl/Aanplanten
Geen exacte overeenkomst gevonden.