
aanvinken werkw. Uitspraak: [ 'anvɪnkə(n) ] Afbreekpatroon: aan·vin·ken Vervoegingen: vinkte aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangevinkt (volt.deelw.)
met een tekentje (vinkje) zichtbaar maken wat je kiest uit een lijst Voorbeelden: 'een keuzehokje op je computerscherm aanvinken' , 'in een lijst aanvinken wie zich aangemeld ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanvinken

1) Afstrepen 2) Markeren
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanvinken/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.