de abri zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ a'bri ] Verbuigingen: abri's (meerv.) Verbuigingen: abrietje (verkleinwoord) klein, open huisje dat je beschermt tegen het weer als je op iets wacht Voorbeelden: 'Een abri bij een bushalte is een bushokje en bij een tramhalte een tramhokje.' , 'Grote abri's en kleine abrietjes' Synoniem: wachthuisje S...
1) Afdak 2) Beschutting 3) Bescherming tegen weer 4) Bushalte 5) Bushokje 6) Bushaltehuisje 7) Halte 8) Haltehuisje 9) Halteplaats 10) Halteoverkapping 11) Huisje om te schuilen 12) Huisje op een perron 13) Japanse gordel 14) Onderkomen 15) Regenbeschutting 16) Schuilhokje 17) Schuilhokje bij haltes 1) Afdak 2) Bushalte 3) Bushokje 4) Bushuisje 5) Haltehuisje 6) Schildwachthuisje 7) Schuilplaats 8) Wachthokje 9) Wachthuisje 
wachthuisje bij bus- en tramhaltes (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) overdekte, niet afgesloten wachtruimte bij een bushalte of tramhalte; bushokje 2) kleine ruimte die eruitziet als een bushokje waar men mag roken bij een openbare gelegenheid; rookcabine; rokersabri
Een kleine niet afgesloten wachtruimte die beschutting biedt tegen wind en regen.
[rotswoning] - Een abri is de van oorsprong Franse aanduiding (abri sous roche: schuilplaats onder een rots) voor een ruimte onder een overhangende rots of een nis in een rotswand. Verschillende abri's zijn bekend geworden als vindplaatsen van overblijfselen uit de steentijd. Omdat abri's relatieve beschutting boden waren zi...
•een wachthuisje bij een halte van het openbaar vervoer.
overdekte wachtplaats voor passagiers van het openbaar vervoer
wachthuisje
wachthuisje
Een niet afgesloten wachtruimte die vooral bij het openbaar vervoer veel voorkomt. Ook op verschillende begraafplaatsen zijn abri’s te vinden.