achterhand zelfst.naamw. Afbreekpatroon: ach·ter·hand Verbuigingen: achterhanden (meerv.) Verbuigingen: achterhandje (verkleinwoord) 1) het gedeelte van een hand bij de pols 2) een achterwaartse slag met bijv. een tennisracket Voorbeeld: 'Zijn slagen met de achterhand zijn niet zo goed als die met de voorhand.' ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/achterhand