achterlijk bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈɑxtərlək ] Afbreekpatroon: ach·ter·lijk 1) achter in geestelijke ontwikkeling Voorbeeld: 'een achterlijk kind hebben' Antoniem: voorlijk niet achterlijk zijn (slim of intelligent zijn) 2) belachelijk, raar Voorbeeld: 'Wat een achterlijke sport is dat!' Synoniemen: achtergebl...
1) Achter 2) Achtergebleven 3) Afgestompt 4) Bespottelijk 5) Bezopen 6) Breinloos 7) Debiel 8) Dom 9) Geesteloos 10) Gek 11) Geschift 12) Gestoord 13) Getikt 14) Hersenloos 15) Hoofdig 16) Idioot 17) Idioterig 18) Kleinsteeds 19) Krankjorum 20) Krankzinnig 21) Maf 22) Mesjogge 23) Nalatig 24) Oliedom 1) Achtergebleven 2) Afgestompt 3) Breinloos 4) Debiel 5) Deel van een schip 6) Dom 7) Gaffeltouw 8) Geesteloos 9) Gek 10) Geschift 11) Gestoord 12) Hersenloos 13) Idioot 14) Idioterig 15) Krankjorum 16) Krankzinnig 17) Laattijdig 18) Maf 19) Mesjogge 20) Niet goed wijs 21) Oligofreen 22) Onbenullig 
geestelijk achtergebleven (toon de herkomst via de etymologiebank)
met sterk achterblijvende geestelijke ontwikkeling vb: ze hebben een achterlijk kind
•achter in ontwikkeling (van een persoon, kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn). • [scheepvaart] van achter komend.
ten achteren zijnde
ten achteren zijnde
1> de achterrand van een zeil. 2> achter liggend, meer naar achter. ACHTERLIJKER DAN DWARS: iets schuin naar achter.
De achterrand van een zeil.