afbestellen werkw. Afbreekpatroon: af·be·stel·len Verbuigingen: bestelde af Vervoegingen: afbesteld (volt.deelw.) een besteld iets afzeggen Voorbeeld: 'Kun jij dat abonnement digitaal voor mij afbestellen?' . Synoniemen: afgelasten afzeggen annuleren intrekken nietig verklaren 2 definities...
1) Afgelasten 2) Afzeggen 3) Annuleren 4) Cancelen 5) Intrekken 6) Opdracht intrekken 7) Tegenbevel geven 
1) laten weten dat men alsnog van de bestelling daarvan afziet; annuleren; tenietdoen; ongedaan maken 2) laten weten dan men alsnog afziet van diens diensten; van een eerder gegeven opdracht ontslaan
•een besteld iets afzeggen.