
dokkerend naderen; (dokkeren: ben. voor het geluid dat het stoten van wielen of van een wagen op straatstenen of een harde weg maakt; met dit geluid rijden (VD)) - Voorbeeld: ‘
Ginder heel ver, was er iets te zien dat kwam afgedokkerd’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.