zelfde betekenis als: AFFEL - Voorbeeld: ‘Jantje moest het deeg afwegen, en elke brok wentelde en twefelde hij dan, en met een affelslot toegewonden, kwamen ze in ronde broodvorm naast elkaar op de planken te liggen’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php