
de afmaker zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɑfmakər ] Afbreekpatroon: af·ma·ker Verbuigingen: afmakers (meerv.) de afmaakster zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'ɑfmakstər ] Afbreekpatroon: af·ma·ker Verbuigingen: afmaaksters (meerv.)
iemand die veel doelpunten kan maken sport Voorbeeld: 'Onze voetbalclub mist een afmaker en verl...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/afmaker

1) Doder 2) Slachter 3) Vilder
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afmaker/1

1) Iemand die na een combinatie het doelpunt maakt 2) Moordenaar 3) Persoon die de walvis afmaakt
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afmaker/1
1) iemand die in een sportwedstrijd het voorbereidende werk van zijn team afmaakt door te scoren of de overwinning te behalen
2) iemand die het traject van een opleiding, een therapie e.d. volledig en met succes doorlopen heeft
3) iemand die in een gesprek of een sketch, inhakend op wat de gesprekspartner, de
aangever, ...
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/afmaker
Geen exacte overeenkomst gevonden.