het afrikaantje zelfst.naamw. Uitspraak: [ afri'kancə ] Afbreekpatroon: afri·kaan·tje Verbuigingen: afrikaantjes (meerv.) klein plantje voor in de tuin Voorbeeld: 'Afrikaantjes bloeien vaak geel of oranje.' 
1) Sierplant 2) Plant 3) Stinkertje 4) Sierplantje 5) Tuinplant 6) Bloem 
tuinplant uit de composietenfamilie met gele of geel en rood (of donkerbruin) geschakeerde bloemen en een sterke, onaangename geur
Tagetes, afrikaantje • veervormig vertakte gangmijn, gecentreerd op hoofd- en zijnerven; frass in sliertjes: Liriomyza strigata 
(Genus Tagetes) -Afrikaantje- Volledige wetenschappelijke naam: Tagetes L.
sierplant soort Tagetes (toon de herkomst via de etymologiebank)
Afrikaantjes hebben gele, oranje, rode of bruinachtige bloemen. Bladeren en bloemen verspreiden een ongewone geur. Afrikaantjes kunnen in drie hoofdgroepen worden onderverdeeld: Tagetes Erecta Groep. De rassen binnen deze groep hebben bolvormige, gevulde bloemen die een doorsnee van meer dan 10 cm kunnen bereiken. De planten worden 50-120 cm hoog. ...
'Afrikaantje' ('Tagetes') is een geslacht van eenjarige en meerjarige planten uit de composietenfamilie ('Compositae' of 'Asteraceae'). Afrikaantjes worden vaak gebruikt als sierplant in tuinen.
perkplant