afspuiten werkw. Uitspraak: [ 'ɑfspœytə(n) ] Afbreekpatroon: af·spui·ten Vervoegingen: spoot af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgespoten (volt.deelw.) door spuiten schoonmaken Voorbeeld: 'je auto afspuiten met water' ... Gevonden op https://woorden.org/woord/afspuiten