
aftroeven werkw. Uitspraak: [ 'ɑftruvə(n) ] Afbreekpatroon: af·troe·ven Vervoegingen: troefde af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgetroefd (volt.deelw.)
(een tegenstander) verslaan Voorbeelden: 'in het bridgespel een tegenstander aftroeven met een troefkaart' , 'Ajax laat zich niet laten aftroeven door Feijenoord.' Synoniemen: ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aftroeven

1) Afbluffen 2) Overtroeven
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aftroeven/1

1) Betroeven 2) Iemand te glad af zijn 3) Kaartterm 4) Overbluffen 5) Overtreffen 6) Overtroeven 7) Troeven
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aftroeven/1

Spreekwoorden: (1914)
Iemand aftroeven,d.w.z. iemand met woorden of daden zijn overmacht doen gevoelen, hem een tuchtiging toedienen. Met woorden: hem zijne ongepaste uitdrukkingen doen gevoelen door ze met een bits en afdoend bescheid te beantwoorden, hem op zijn plaats zetten; de les lezen, den mantel uitvegen. Met dad...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.