afzuigen werkw. Uitspraak: [ 'ɑfsœyxə(n) ] Afbreekpatroon: af·zui·gen Vervoegingen: zoog af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgezogen (volt.deelw.) 1) met een zuigend apparaat wegnemen Voorbeeld: 'de braadlucht afzuigen via de afzuigkap' 2) (een man) met de mond seksueel bevredigen Voorbeeld: 'jHij il gr... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/afzuigen
Het op elkaar enten van ent en onderstam, terwijl beide vast staan en goede wortels hebben. (vb. Lycopersion e.- tomaat). Zie ook rubriek vermeerdering (veredelen & enten) Gevonden op http://www.houtwal.be/vakjargon/_vaktaal_index.htm