1.alle(n) te zamen in één keer, allen tegelijk (WNT) Voorbeeld: ‘Hij gaf zich geen rekenschap vanwaar de misnoegdheid in hem ontstaan was, omdat hij de meisjes niet altenegader voor zich alleen had kunnen houden’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php