de alteratie zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: al·te·ra·tie Verbuigingen: alteraties (meerv.) 1) een onverwachte verandering 2) het incidenteel afwijken van de toonhoogten van de toonladdertonen, genoteerd door middel van kruis- en moltekens Voorbeeld: 'De vele alteraties maken deze passage "kleurrijk",...
1) Muziekterm 2) Ontroering 3) Ontsteltenis 4) Ontstemming 5) Onverwachte verandering 6) Opschudding 7) Regelmatige afwisseling 8) Ruzie 9) Schrik 10) Verandering 11) Veranderlijk 1) Ontroering 2) Ontsteltenis 3) Opschudding 4) Verandering 
verandering (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] verandering, de alteratie van Amsterdam het geus worden der stad op den 26 Mei 1578. In de spreektaal beweging, opschudding, ontroering.
ontsteltenis, grote schrik of verwarring (WNT) - Voorbeeld: ‘Ze snapten naar een grote borrel om de alteratie in te spoelen’ (Dorpslucht I 53)
verandering
rechtswetenschap: verandering, wijziging, in akten e.a. geschriften. ...