amorf Uitspraak: [ a'mɔrf ] Verbuigingen: amorfer Verbuigingen: amorfst zonder duidelijk geordende structuur Voorbeeld: 'Een glas is een amorfe vaste stof.' Synoniemen: vormloos 
1) Ongevormd 2) Apathisch 3) Niet uit kristallen opgebouwd 4) Zonder structuur 5) Zonder vorm 6) Zonder vormgeving 7) Aggregatietoestand 8) Lusteloos 
vormloos
zonder vorm. Een -e zitzak
Zonder een kristallijne atoomstructuur.
Te gebruiken om materialen te beschrijven die niet zijn gelaagd en die geen kristallijne structuur hebben of, meer algemeen, dingen zonder tekening of structuur.
vormloos
[ bouwkundige termen] • Zonder specifieke vorm of vormloos. • Een structuur die niet uit kristallen (bepaalde rangschikking van atomen en moleculen) is samengesteld.
vormloos (toon de herkomst via de etymologiebank)
•"materiaalkunde": zonder duidelijk geordende structuur •tweede betekenisomschrijving. •enz.
vormloos WOORDFEIT: Amorf bestaat uit het Griekse morphè 'uiterlijke vorm' en het ontkennende voorvoegsel a- 'niet': 'vormloos', 'zonder vorm'. In de natuurwetenschappen wordt amorf gebruikt voor de 'vormloze' (onregelmatige) structuur van bepaalde stoffen, bijvoorbeeld van glas.
vormeloos
1. Amorf is de aanduiding van de glasachtige structuur (of fase) van een stof, dus niet opgebouwd uit kristallen. 2. Amorf betekent zonder specifieke vorm, vormeloos. Voor beide betekenissen gelden de volgende voorbeelden. De tekening onder toont een gesmolten polymeer dat aan het afkoelen is, waarbij de amorfe fase overgaat in de kristallijne fase...