amputeren werkw. Uitspraak: [ ɑmpyterə(n) ] Afbreekpatroon: am·pu·te·ren Vervoegingen: amputeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geamputeerd (volt.deelw.) (een arm, been, voet of hand) van het lichaam afhalen medisch Voorbeeld: 'een been tot aan de knie amputeren' Synoniem: afzetten Synoniemen: afzetten amputatie we...
1) Afbreken van het lichaam 2) Afsnijden van de vingers 3) Afzetten 4) Afzetten van lichaamsdeel 5) Amputatie 6) Couperen 7) Het afzetten van een lichaamsdeel 8) Lichaamsdeel afzetten 9) Medische term 10) Verwijderen van de baarmoeder 11) Wegnemen 12) Wegnemen van lichaamsdelen 1) Afzetten 2) Amputatie 3) Couperen 4) Wegnemen 
lichaamsdeel afzetten (toon de herkomst via de etymologiebank)
(lichaamsdeel) afzetten
(lichaamsdeel) afzetten
gehele of gedeeltelijke chirurgische afzetting van een lichaamsdeel.
Afsnijden; operatief wegnemen van een ledemaat of deel van het lichaam..