de angioloog zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: an·gio·loog Verbuigingen: angiologen (meerv.) Verbuigingen: angioloogje (verkleinwoord) iemand die zich bezig houdt met de leer van de bloed- en lymfvaten en aandoeningen daaraan . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/angioloog