annihileren werkw. Uitspraak: [ ɑnnihi'lerə(n) ] Vervoegingen: annihileerde (verl.tijd ) Vervoegingen: geannihileerd (volt.deelw.) vernietigen, tenietdoen Voorbeeld: 'de marktwaarde van het bedrijf werd compleet geannihileerd' 
1) Te niet doen 2) Vernietigen 
vernietigen (toon de herkomst via de etymologiebank)
vernietigen, tenietdoen WOORDFEIT: Annihileren is aan het Oudfranse anichiler, annihiler 'vernietigen' ontleend, dat teruggaat op het gelijkbetekenende Latijnse annihilare . Daarin ligt het woord nihil 'niets' besloten en het voorvoegsel ad 'tot, naar'. Op dezelfde manier is van ad en een ander Latijns woord voor 'niets', namelijk nullum , het werk...