[Let op: Spelling en uitleg uit 1920] Ἀντίπατρος, 1) een van de veldheeren van Philippus van Macedonië. In die hoedanigheid had hij zooveel bewijzen van bekwaamheid en trouw gegeven, dat Alexander hem gedurende zijne buitenlandsche veldtochten als stadhouder van Macedonië en Griekenland achterliet. Ook deze be... Gevonden op https://www.gutenberg.org/cache/epub/34955/pg34955-images.html