applaudisseren werkw. Uitspraak: [ ɑplɑudi'serə(n) ] Afbreekpatroon: ap·plau·dis·se·ren Vervoegingen: applaudisseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geapplaudisseerd (volt.deelw.) in je handen klappen als je tevreden bent Voorbeeld: 'applaudisseren na een toneelstuk' Synoniem: klappen Synoniemen: klappen 3 definities...
1) Applaus 2) Handgeklap 3) Handgeklap 4) In de handen klappen 5) Instemmen 6) Klappen 7) Klappen 8) Ovatie 1) Applaus 2) Handgeklap 3) Klappen 4) Ovatie 
in de handen klappen (toon de herkomst via de etymologiebank)
een aantal keren je handen tegen elkaar slaan uit bewondering voor iets vb: na het concert applaudisseerde het publiek enthousiast Synoniem: klappen
• [inerg] in de handen klappen om goedkeuring of bewondering te tonen.