de appositie zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: ap·po·si·tie Verbuigingen: apposities (meerv.) 1) bijvoeglijke bepaling bij een zelfstandig naamwoord die fungeert als verklarende bijvoeging, en daaraan onmiddellijk is gekoppeld. Bijv.: Valentijn, de zoon van Dorothea, is schoolmeester in het basisonderwijs 2) aanhecht... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/appositie
Let op: Spelling van 1858 bijvoeging; ook bijvoeging ter opheldering; wanneer twee zelfstandige naam woorden, ter onderlinge verklaring, bij elkander gevoegd worden (in de spraakk.) Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/