arriveren werkw. Uitspraak: [ ɑri'verə(n) ] Afbreekpatroon: ar·ri·ve·ren Vervoegingen: arriveerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is gearriveerd (volt.deelw.) komen waar je moet zijn formeel Voorbeeld: 'We zijn om 8 uur 's avonds op onze vakantiebestemming gearriveerd.' Synoniem: aankomen Synoniemen: aanbelanden aankomen... Gevonden op https://woorden.org/woord/arriveren
na een reis ergens komen vb: onze gast is zojuist gearriveerd Synoniem: aankomen Tegenstellingen: vertrekken weggaan opbreken Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
Arriveren betekent ergens aankomen. ( De trein arriveerde op het station van Amsterdam. ) [basiswoordenlijst groep 7] Gevonden op https://wikikids.nl/Arriveren