de asfaltweg zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɑsfɑltwɛx ] Afbreekpatroon: as·falt·weg Verbuigingen: asfaltwegen (meerv.) weg die bedekt is met een laag asfalt Voorbeeld: 'Tijdens onze voettocht vermeden we asfaltwegen; we liepen op zandwegen en soms op een klinkerweggetje.' ...
1) Verharde weg 2) Baan met straatdek 3) Macadamweg