Let op: Spelling van 1858 attisch- spraak- of woordgebruik; Atheensche fijne smaak. Attika, attisch werk, (bouwk.) eene lage verdieping boven eene hooge met korte pilaren. Attisch, schoon, goed, sierlijk, uitgelezen, b.v. attisch zout, vernuftige, zinrijke rede; attisch temperament, fijne, levendige gea...
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Geen exacte overeenkomst gevonden.