auditeren werkw. Uitspraak: [ ɑudi'terə(n), odi'terə(n) ] Afbreekpatroon: au·di·te·ren Vervoegingen: auditeerde (volt.deelw.) Vervoegingen: heeft geauditeerd (volt.deelw.) 1) auditie doen Voorbeeld: 'auditeren voor een rol in een film' 2) een audit doen Voorbeeld: 'Zij hebben veel bedrijfservaring en weten wat ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/auditeren