de auditeur zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: au·di·teur Verbuigingen: auditeurs (meerv.) 1) ambtenaar bij het auditoraat van de Raad van State 2) auditeur-generaal . 5 definities...
1) Aanklager bij militair gerechtshof 2) Aanklager in militair gerechtshof 3) Ambtenaar die bij krijgsraden het om waarneemt 4) Beroep 5) Bijzitter in gerechtshoven 6) Militair aanklager 7) Militaire aanklager 8) Openbaar aanklager 9) Toehoorder 1) Toehoorder 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Auditeur``] militair geregtspersoon, de schout uit den tijd der landsknechten. Zie Justitie
Let op: Spelling van 1858 Fr., soldatenregter, krijgsregter
1) iemand die voor zijn beroep bij een auditoraat of een auditoraat-generaal werkt; lid van een auditoraat; soms ook: auditeur-generaal 2) iemand die voor zijn beroep als hoge ambtenaar bij een Belgische financiële overheidsinstelling werkt 3) iemand die voor zijn beroep controles uitvoert bij bedrijven op de financiën of de...
Een persoon die audits uitvoert.
kerkrecht: Rooms-Katholicisme: de rechter van instructie van een ordinaris. ...rechtsgeschiedenis: ambtenaren bij gerechten en rekenkamer in Nederland, Belgi력n Frankrijk. ...