beteuterd bijv.naamw. Uitspraak: [ bəˈtøtərt ] Afbreekpatroon: be·teu·terd teleurgesteld Voorbeeld: 'Jan keek een beetje beteuterd toen hij geen cadeautje kreeg.' Synoniem: sip Synoniemen: beduusd betrokken onthutst sip teleurgesteld Intensiveringen Uitdrukkingen die beteuterd betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt): ... Gevonden op https://woorden.org/woord/beteuterd
een beetje verdrietig omdat je teleurgesteld bent vb: Paul keek beteuterd toen hij geen cadeau kreeg Synoniem: sip Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/