de babyboomer zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'bebibumər ] Afbreekpatroon: ba·by·boo·mer Verbuigingen: babyboomers (meerv.) iemand die geboren is tussen 1945 en 1965 Voorbeeld: 'Babyboomers zijn geboren tijdens de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog.' Gevonden op https://woorden.org/woord/babyboomer
iemand die is geboren ten tijde van de geboortegolf kort na de Tweede Wereldoorlog, grofweg tussen 1945 en 1960 Wordt vaak gebruikt in een culturele context waarbij de generatie (de babyboomgeneratie ) waartoe de babyboomer gerekend wordt, wordt geportretteerd als een generatie die zich heeft verzet tegen bepaalde traditionele waarden die golden vÃ... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/babyboomer