de bankpas zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bank·pas Verbuigingen: bankpassen (meerv.) Verbuigingen: bankpasje (verkleinwoord) , door een bank afgegeven legitimatiebewijs dat in combinatie met een pincode gebruikt kan worden voor elektronisch geldverkeer bij betaal- en geldautomaten . Synoniemen: pas 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bankpas