de barbecue zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈbɑ:rbəkju ] Afbreekpatroon: bar·be·cue Verbuigingen: barbecues (meerv.) 1) toestel met rooster om vlees, vis en groenten op te roosteren, vaak in de openlucht Voorbeeld: 'biefstuk op de barbecue leggen' 2) maaltijd die op een barbecue (1) is klaargemaakt Voorbeelden: ...
1) Braai 2) Grill 1) Braaivleis 2) Braadrooster 3) Buitengrill 4) Grill 5) Grill in de openlucht 6) Grillapparaat 7) Bereidingswijze 8) Roostertoestel 9) Toestel om vlees in de openlucht te roosteren 10) Toestel om vlees te roosteren 11) Vleesmaaltijd 12) Vleesrooster 13) Vuur om te roosteren 14) Zomers roosterfeest 
grill feest (toon de herkomst via de etymologiebank)
bak met rooster waar je buiten vlees op kunt roosteren vb: we legden het vlees op de barbecue en wachtten tot het gaar was
vleesgrill, *braai (uit het Afrikaans)
Een barbecue is een apparaat waarop vlees kan worden bereid door het op een rooster boven een warmtebron te verhitten. Het meest complete overzicht van alle barbecues vind je op beste-barbecue.nl.
grill
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Draagbare grill met metalen spijlen waarop voedsel direct boven een houtskoolvuur of andere warmtebron wordt gebraden