
de basiscursus zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ba·sis·cur·sus Verbuigingen: basiscursussen (meerv.) Verbuigingen: basiscursusje (verkleinwoord)
een lesprogramma om de beginselen van iets te leren Voorbeelden: 'CODE Plus is een basiscursus Nederlands voor hogeropgeleide anderstalige studenten.' , '(...) en vlucht met zijn dochters weg ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/basiscursus

1) Elementaire cursus
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Basiscursus/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.