
bebouwen; (een stuk grond, een hofstede) als boer exploiteren (VD) - Voorbeeld: ‘
Ze beschouwde dat volk daar als haar eigen zonen die sedert lang waren weergekeerd en vaders plekje grond beboerden’ Die twee oude tjotelaars konden geen weg meer om hun hof te beboeren’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.