
1.bevuilen, bemorsen, bekakken (deister: drek van runderen) Voorbeeld: ‘
's Morgens drijft de koeier zijn kudde door de grote straat, naar de wei toe, 't geen oorzaak is dat het marktplein van Damme bedeisterd ligt gelijk de werf ener hofstede’ 2.bedekken, bevlekken Voorbeeld: ‘
De hemel was bedeisterd met vlokke wolkjes’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.