de bediende zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ bəˈdində ] Afbreekpatroon: be·dien·de Verbuigingen: bediendes (meerv.) 1) iemand die voor anderen eenvoudig werk doet Voorbeelden: 'de jongste bediende' , 'winkelbediende' , 'Joost is de trouwe bediende van heer Bommel.' 2) werknemer die geen arbeider is Voorbeeld: 'al... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bediende