
vangkuil, put, kuil (op de weg), met graszoden afgedekt en gevuld met drek - Voorbeeld: ‘
In de kelders waren de spelonken er nog en de krochten, met de zware, ijzeren kettingen aan de ringen en ook de bedriegputten en onderaardse gangen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.