bedwelmen werkw. Uitspraak: [ bə'dwɛlmə(n) ] Afbreekpatroon: be·dwel·men Vervoegingen: bedwelmde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bedwelmd (volt.deelw.) het bewustzijn laten verliezen, vooral door gebruik van een gas of ander middel Voorbeelden: 'Dieven bedwelmden de chauffeur van de vrachtauto.' , 'bedwelmende moerasdampen' , '...
1) Anestheseren 2) Benevelen 3) Enivreren 4) Narcotiseren 5) Verdoven 6) Verdwazen 7) Versuffen 1) Benevelen 2) Enivreren 3) Kuizen 4) Narcotiseren 5) Verdoven 6) Verdwazen 
benevelen (toon de herkomst via de etymologiebank)
duizelig of bewusteloos maken vb: hij is bedwelmd door het gas
•iemands bewustzijn verminderen of laten verliezen door blootstelling aan een bepaalde stof
benevelen