bejaard bijv.naamw. Uitspraak: [ bəˈjart ] Afbreekpatroon: be·jaard (van mensen) oud Voorbeelden: 'een bejaard echtpaar van rond de vijfenzeventig' , 'hoogbejaard' Synoniemen: bedaagd oud ouwelijk vergevorderd Intensiveringen Hoe kun je bejaard krachtiger uitdrukken? hoogbejaard ; 4 definities...
1) Bedaagd 2) Hoge leeftijd 3) Hoogbedaagd 4) Lang geleden 5) Niet jong 6) Niet jong meer 7) Op leeftijd 8) Oud 9) Ouwelijk 10) Tamelijk oud 11) Van rijpe leeftijd 12) Vergevorderd 13) Vergevorderde leeftijd 14) Vijfenzestigplus 15) Zeer oud 1) Bedaagd 2) Hoogbedaagd 3) Oud 4) Ouwelijk 5) Vergevorderd 
oud (toon de herkomst via de etymologiebank)
wie 65 jaar of ouder is vb: mijn ouders zijn al bejaard
•op een voortgeschreden leeftijd.
oud
oud