
bedriegen, bederven, verkeerd doen aflopen, bevuilen, in waarde doen verminderen, teleurstellen. - Voorbeeld: ‘
Een nietigheid nu dreigde 't laatste van hun schone verwachtingen te zullen bekaaien’ - Voorbeeld: ‘
Tot nu bestond er nog niets, doch een ongelegen toeval kon alles bekaaien’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php

1> een uiteinde van een ra, of de nok van een spriet, naar beneden trekken. Doen kaaien. 2> eigenlijk: slecht worden, in zwijm geraken, sterven. BEKAAIDE VIS: vis die te lang op de kade gelegen heeft en daardoor bedorven is. EEN BEKAAID SCHIP: een schip dat zich slecht laat sturen. EEN BEKAAID STUK HOUT: een stuk hout dat niet goed past,...
Gevonden op
https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=b#bekaaien
Geen exacte overeenkomst gevonden.