Zie ook:
beoefen

beoefenen werkw. Uitspraak: [ bəˈufənə(n) ] Afbreekpatroon: be·oe·fe·nen Vervoegingen: beoefende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft beoefend (volt.deelw.)
je regelmatig bezighouden met (iets) Voorbeelden: 'een sport beoefenen' , 'wetenschap beoefenen' Synoniemen: betrachten omhelzen uitoefenen zitten 2 definities...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/beoefenen

1) Behandelen 2) Betrachten 3) Bezigen 4) Gebruiken 5) Hanteren 6) Omhelzen 7) Praktiseren 8) Uitoefenen 9) Vervolgen 10) Zitten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Beoefenen/1

1) Betrachten 2) Bezighouden met 3) Handwerk 4) Hanteren 5) In praktijk brengen 6) Omhelzen 7) Praktiseren 8) Praktisering 9) Uitoefenen 10) Uitvoeren 11) Wapenen 12) Zich toeleggen 13) Zich toeleggen op 14) Zitten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Beoefenen/1
eraan werken, het uitvoeren vb: hij beoefent de tennissport
Synoniem: doen
Tegenstellingen: laten nalaten
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=beoefenen
Geen exacte overeenkomst gevonden.