de beurshandelaar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: beurs·han·de·laar Verbuigingen: beurshandelaren (meerv.) Verbuigingen: beurshandelaartje (verkleinwoord) iemand die voor zijn beroep op de beurs aandelen in- en verkoopt, vaak voor klanten Voorbeeld: 'De beurshandelaar was vooral actief op de Amsterdamse aandelenbeurs.' . 2 definities....
1) Belegger 2) Beursman 3) Hoekman 4) Remisier 5) Standhouder 6) Trader 1) Beroep 
iemand die voor zijn beroep aandelen, obligaties en opties koopt en verkoopt op de beurs, voor eigen rekening en risico of in opdracht van beleggers; effectenhandelaar