
overmeesteren, zich van iets meester maken, overweldigen (WNT) - Voorbeeld: ‘
Elk soort werk moet hij op de gelegene stond aanvatten: de akker beweldigen, het kruid weren en de vrucht veroveren’ - Voorbeeld: ‘
Denk echter niet dat Prutske zich door dat alles laat beweldigen of er de kop bij verliest’ (Prutske II 28)
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.